Студопедия

Главная страница Случайная страница

Разделы сайта

АвтомобилиАстрономияБиологияГеографияДом и садДругие языкиДругоеИнформатикаИсторияКультураЛитератураЛогикаМатематикаМедицинаМеталлургияМеханикаОбразованиеОхрана трудаПедагогикаПолитикаПравоПсихологияРелигияРиторикаСоциологияСпортСтроительствоТехнологияТуризмФизикаФилософияФинансыХимияЧерчениеЭкологияЭкономикаЭлектроника






Elena woont in Nederland






Elena woont in Nederland

Elena is getrouwd met Hans.

Elena en Hans hebben geen kinderen.

Elena komt uit Rusland.

Ze woont twee maanden in Nederland.

Hans werkt op kantoor.

Elena gaat naar school

Elena gaat naar school.

Ze leert Nederlands.

Elena gaat elke dag naar school.

Elena studeert ook thuis op de computer.

Elena kan een beetje praten.

Ze kan ook een beetje schrijven.

De vriendin van Elena heet Vera

De school van Elena begint om negen uur.

Elena praat met haar vriendin.

De vriendin van Elena komt ook uit Rusland.

Ze heet Vera.

Om twaalf uur gaat Elena naar huis

Hans wordt te laat wakker

Hans wordt wakker, het is al zeven uur.

Hans moet naar zijn werk.

Vandaag komt een belangrijke klant, maar Hans heeft

geen schoon overhemd.

Alle overhemden van Hans zijn vuil.

Hans trekt het overhemd van gisteren aan.

Hij heeft geen tijd om te douchen.

Het is druk op de weg en er zijn veel files.

 

De klant van Hans staat ook in de file

Hans komt te laat op zijn werk.

gelukkig staat zijn klant ook in de file.

Hans drinkt snel een kop koffie.

De klant komt binnen en Hans praat met zijn klant.

De klant heeft niets gekocht

Het is zes uur en Hans rijdt naar huis.

Hans is niet blij want de klant heeft niets gekocht.

Hans heeft geen goede indruk op de klant gemaakt.

Het overhemd van Hans is vuil en Hans heeft niet

gedoucht.

Elena wordt te laat wakker

Elena wordt wakker, het is al acht uur. Elena kan haar schoenen niet vinden. Ze gaat naar de keuken maar er is niets te eten. Elena moet snel naar school, met de bus.

Elena heeft honger

Elena wacht op de bus.

De bus is te laat.

In de bus is het heel druk en Elena moet staan.

Na een tijdje kan ze zitten.

Elena heeft honger want zij heeft niets gegeten.

De boeken liggen nog naast de computer

De bus stopt bij de school.

Elena is te laat, de les is al begonnen.

Elena gaat naar binnen.

Elena wil haar boeken pakken. De boeken zitten niet in

de tas.

De boeken liggen nog thuis, naast de computer.

 

Het is mooi weer

Het is mooi weer.

De zon schijnt.

Vera komt thuis, maar ze gaat snel weer naar buiten.

Vera gaat boodschappen doen met haar dochter.

De dochtervan Vera heet Anna. (30 woorden)

Vera en Anna gaan naar de supermarkt

Vera en Anna gaan naar de supermarkt.

ze kopen brood, melk en vlees.

De buurvrouw is ook in de supermarkt.

Vera zeg tegen de buurvrouw: " Hoe gaat het met jou?

Anna huilt, want ze wil naar huis.






© 2023 :: MyLektsii.ru :: Мои Лекции
Все материалы представленные на сайте исключительно с целью ознакомления читателями и не преследуют коммерческих целей или нарушение авторских прав.
Копирование текстов разрешено только с указанием индексируемой ссылки на источник.